Vlaams Belang eist openbaarheid van provincieraad: meerderheid houdt beelden bewust achter

Tijdens de provincieraad diende Vlaams Belang een amendement in op het nieuwe huishoudelijk reglement, waarin onder andere wordt bepaald dat de audiovisuele opname van de zitting ook geldt als zittingsverslag. Vlaams Belang vraagt dat deze beelden - die nu al worden opgenomen - publiekelijk beschikbaar worden gemaakt via de website of een officieel kanaal. De provincie maakt de opnames sowieso. “Het enige wat gevraagd wordt, is dat ze ook gedeeld worden met de burger. Vandaag kan de burger in de agenda enkel lezen ‘goedgekeurd’ of ‘afgekeurd’, maar niemand ziet of hoort wat er werkelijk wordt gezegd, aldus fractieleider Dietrich Vandereyken.”

Dat is geen openbaarheid van bestuur, dat is een inventaris.

De rede van gouverneur Lantmeeters maakt nochtans duidelijk dat “vertrouwen in het bestuur groeit door openheid over wat we doen en waarom we het doen” en dat “dit beleidsniveau enkel waarde heeft als we het ernstig nemen.” Ook in de eigen beleidsdocumenten van de provincie staat dat men wil inzetten op digitale transparantie en toegankelijkheid.

De meerderheid stemt het voorstel weg, nochtans maken 3 van die partijen, N-VA, cd&v en Vooruit, deel uit van de Vlaamse regering. Hun handtekening staat onder het Vlaams regeerakkoord dat letterlijk stelt dat lokale en provinciale besturen raadszittingen digitaal toegankelijk moeten maken. In hun eigen partijprogramma’s beloven ze hetzelfde: digitale transparantie, open bestuur en participatie via online kanalen. Zodra het echter over hun eigen werking gaat, trekken ze het gordijn dicht. Wat Vlaams Belang voorstelt, staat gewoon in hun eigen teksten.

“De meerderheid zegt dat de provincie een open huis is. Wel, als men echt gelooft dat dit een open huis is, waarom dan de burger weerhouden van de mogelijkheid om ten alle tijde binnen te kijken”, stelt Vandereyken.

Geef openheid van zaken en stel de opnames ter beschikking van de burger. Wat hebben ze te verbergen? Schrik voor de kiezer?”, besluit Vandereyken.